Een nieuw Rotterdam
Ik stond op de Erasmusbrug en ik zag een nieuw Rotterdam neerdalen uit de hemel.
Ik kijk naar het noorden, naar het zuiden, naar het oosten en naar het westen en ik zie een hersteld Rotterdam.
De rivier de Maas stroomt helder en glinsterend in het zonlicht. Vissen zwemmen in haar en aan de oevers spelen en zwemmen kinderen, aangemoedigd door hun ouders. In de verte zie ik de troste havens. Geen roest meer, geen mensensmokkel meer, geen drugs meer en alles wat wordt ingevoerd is eerlijke handel. Veiligheid regeert in de straten, ’s nachts wandelen de mensen door het park zonder angst en de kinderen spelen op straat zonder zorgen. Alle gevangenissen zijn leeg en de samenleving verwelkomt de gevangenen in genade. Tieners bezoeken de bejaarden en de ouderen begeleiden de jongeren.
Ik zie een voetbalwedstrijd in het Zuiderpark, mensen uit allerlei landen vormen de teams. Er zijn tieners en leraren, politici en fabrieksarbeiders, de politie en illegale immigranten, die niet langer illegaal zijn omdat ze welkom zijn geheten in hun nieuwe huis hier.
Mensen uit alle windstreken leven zij aan zij in harmonie, niemand denkt dat zijn cultuur beter is dan die andere, maar de verschillende culturen komen samen in een prachtig kleurenpalet.
Geen vaderloosheid meer, geen geweld in de straten. Geen schietpartijen meer. Geen eenzaamheid meer. Geen depressies meer. Geen trots. Geen hebzucht meer. Geen voedselbanken meer want iedereen heeft genoeg.
De mensen weten dat ze mooi en geliefd zijn. En vrijheid en vreugde zullen rijkelijk stromen want het Koninkrijk is gekomen in Rotterdam!
Bron:
Dit gedicht is geschreven door medewerkers van een organisatie die zendingswerk in kerken wil bevorderen en ondersteunen. Zij waren in Rotterdam en hebben een week lang activiteiten in gemeenten in Rotterdam Zuid ondersteund.
Bij de afsluiting hebben zij deze droom voor Rotterdam beschreven, naar openbaringen 21.